Komt laten wij aanbidden

2 oktober 2019 - Varanasi, India

VARANASI - Na een reis door Rajasthan vol verpletterende indrukken komen we aan op de plek waar alle waanzinnigheid van India, al haar soms schokkende afwijkendheid en eigenheid, zich presenteren. Aan de oevers van moeder de rivier Ganges worden in alle openheid de overledenen gecremeerd of met verzwaring te water gelaten. Varanasi is in alles de climax; het laatste greintje verwondering en verbazing wordt er nog even uitgeperst.

In alle vroegte kwamen we aan op het station en om half zes konden we alvast plaatsnemen op de rooftop van het hotel en konden we genieten van de zonsopkomst boven de rivier. Er straalt een enorme rust vanuit, want de rivier werkt in stilte en het enige geluid dat je hoort is in de verte de ceremoniën. En dan was er die aap die met bravoure op het dak boven de rooftop kwam. Serieus, een medewerker pakte een geweer en legde aan. De aap was gevlogen. 

We wachten op het ontbijt en -nog meer- op onze kamer. Een nachtje trein heeft niet voor nachtrust gezorgd en dat wreekt zich. We willen fit zijn als we ons onderdompelen in deze stad die is gesticht -volgens de verhalen- door de god Shiva .

Het echte India

Varanasi is bijna intimiderend. We hebben een hotel pal aan de Ganges en als we de gordijnen openen, zien we ons moeder voorbij stromen. Om er te komen moet je door kleine straatjes die soms kwa lucht en kwa afval goor zijn. 

Er is veel bedrijvigheid maar de grondtoon komt uit een tempel waar monniken bij elkaar komen ter ere van Sukla Avina, een negendaags feest waarin de god Shiva wordt aanbeden en dat gaat de hele dag door. We komen uit in de hoofdstraat en die is voor Indiase begrippen ontzettend druk en dat komt van alle kanten op je af.

Onze gids legt uit dat Varanasi het echte India is, met alle rauwheid en religiositeit vandien. Hij is hier geboren en getogen en ziet dat mensen uit de hele wereld (Mexico, Nederland, Duitsland, Peru voor- en bovenal China) naar zijn stad komen. Hij is bevooroordeeld zullen we maar zeggen, maar we zijn er nog niet uit of deze stad ons bevalt of niet. We gaan het niet vergeten, maar dat hoeft niet een positief iets te zijn.

Mantra’s

HIj gaat ons morgen alles vertellen en laten zien van deze stad, maar nu neemt hij ons mee naar de Dhasaswamedh Gath waar elke dag en al heel veel jaren een ceremonie plaatsvindt, waar Shiva en de Ganges worden aanbeden met eeuwenoude mantra’s in het Sanskriet. Normaal gebeurt dit aan de rand van de rivier maar omdat de waterstand erg hoog is, is er een plek ingericht waar een alternatieve viering kan plaatsvinden. 

Onze gids wist een goed plaatsje om dit te bekijken, maar heel veel andere gidsen (van Peruvianen, Mexicanen, Chinezen en Indiërs, waaronder ook pelgrims) wisten die ook en zo kreeg de authentieke en serieuze ceremonie een hoog Kermisklanten-gehalte. Ten onrechte, want toen de Ganges en Shiva samenspanden en een ware hoosbui over het publiek uitstortte, gingen de misdienaars stug door. Er zijn immers belangrijkere dingen dan het droog houden. 

Voor het publiek gold dat allemaal niet en het rende weg. Ik durf te zeggen dat we het nog lang volgehouden hebben, maar we waren drijf- en drijfnat. 

Terug naar het hotel. 

Het bliksemde en in de flitsen zagen we de massieve Ganges. Ook die was niet geweken voor de donderbui, zoals ze nergens voor wijkt.